Bassie verveelt zich
Adriaan zit in de caravan een brief te schrijven. Bassie zit aan de andere kant van de tafel en kijkt verveeld om zich heen. ‘Is die brief al klaar?’ vraagt hij ongeduldig. ‘Ik ben er nog wel een tijdje mee bezig,’ zegt Adriaan en gaat verder met schrijven. ‘Laten we gaan voetballen!’ zegt Bassie. ‘Dat is leuker dan brieven schrijven.’ Adriaan zucht, ‘Bassie ik heb je nu al tien keer gezegd, dit is een belangrijke brief en die moet voor vier uur bij de directeur zijn, dus ik heb nu geen tijd voor spelletjes.’ ‘Maar ik heb niets te doen,’ zegt Bassie zielig.
‘Ik verveel me.’ Adriaan pakt een boek en geeft het aan Bassie. ‘Ga dan lezen, dit is een leuk boek.’ Bassie zet het boek terug, ‘Ik heb geen zin in lezen.’ ‘Pak dan potlood en papier en ga iets tekenen,’ zegt Adriaan. Bassie schudt zijn hoofd. ‘Daar heb ik ook geen zin in.’ ‘Pak dan een kleurboek en ga kleuren.’ ‘Daar heb ik helemaaaal geen zin in,’ zegt Bassie met een verveeld gezicht. ‘Dan ga je voor mijn part met je grote teen zitten spelen,’ zegt Adriaan een beetje boos. ‘Ik heb vanmorgen al met m'n grote teen gespeeld, maar daar is niets aan,’ zegt Bassie. ‘Waarom niet?’ vraagt Adriaan. ‘We speelden verstoppertje,’ zegt Bassie ‘Maar ik had m'n grote teen zo gevonden.’ Hij tilt lachend zijn voet op, ‘Hij had zich in m'n schoen verstopt.’ Adriaan begint te lachen. ‘Je had clown moeten worden.’ ‘Bassie knikt, ‘Ja, clown zijn lijkt me leuk en dan wordt jij acrobaat en dan maken we samen de hele dag grappen.’ ‘Dat doen we straks,’ zegt Adriaan. ‘Ik moet eerst deze brief afmaken.’ Bassie staat op en loopt de caravan uit. Dan gaat Bassie in zijn eentje grappen maken. ‘Ik weet al wat ik ga doen, ik ga Adriaan foppen.’ Hij loopt snel het circusterrein af en komt een kwartier later terug. Hij kijkt in de caravan en ziet Adriaan aan tafel zitten. ‘Die is nog aan het schrijven en heeft niets in de gaten, de grap van Bassie kan beginnen.’ Hij haalt stiekem een flesje uit zijn zak. maar dan zegt een stem achter hem, ‘Wat heb je daar?’ Bassie schrikt en draait zich om en ziet Frans de staljongen staan. ‘O, ben jij het,’ zegt hij opgelucht. ‘Ik schrok even, ik dacht dat je Adriaan was.’ ‘Wat is er dan? vraagt Frans. ‘Ik ga een grap met Adriaan uithalen, in dit flesje zit ijswater.’ ‘IJswater, wat is dat?’ vraagt Frans. ‘Dat is spul, als je dat op een stoel gooit en je gaat er op zitten, dan wordt het deel waar je op zit,’ Bassie klopt op zijn broek, ‘eerst héééééél erg warm en dan weer héééééééél erg koud.’ Frans knikt, ‘Ik snap het en wat ga je nu doen?’ Bassie giet het ijswater op de stoel. ‘Ik doe het ijswater op de stoel van Adriaan en het volgende gebeurt, Adriaan komt straks uit de caravan en gaat op zijn stoel zitten.’ Om het duidelijk te maken wat er gaat gebeuren, doet Bassie alle handelingen voor en gaat op de stoel met ijswater zitten. ‘En als Adriaan dan zit, gilt hij na een paar secondes....’ De lach van Bassies gezicht verdwijnt en hij gilt: ‘Ooeeeeeiii wat warm..... ooeeeeeiii wat koud.’ Hij rent gillend het circusterrein over. Na een kwartier is het ijswater is uitgewerkt. Bassie loopt terug naar de caravan: ‘Deze grap ging verkeerd, maar de volgende grap lukt.’ Hij loopt naar de stal, pakt een emmer en vult die met water. ‘Wat ga je doen?’ vraagt Frans de staljongen. ‘Ik ga een grap met Adriaan uithalen, heb jij een stuk touw voor me?’ Frans pakt een touw en geeft het aan Bassie. ‘Wat ga je doen?’ ‘Loop maar met me mee,’ zegt Bassie. ‘Dan kan je lachen.’ Samen lopen ze naar de caravan. ‘Let nu goed op!’ zegt Bassie. Hij knoopt het touw aan de emmer en zet de emmer met water op het dak van de caravan. ‘Waarom doe je dat?’ vraagt Frans. Bassie knoopt het andere eind van het touw aan de deurknop. ‘Dit word lachen, ik vraag nu of Adriaan naar buiten wil komen, als hij de deur open maakt, trekt het touw de emmer om en Adriaan krijgt al het water over zich heen.’ Bassie schatert al van de lach. Maar dat geschater wordt ook door Adriaan gehoord. Hij kijkt naar buiten en ziet dat Bassie bij Frans staat te lachen. ‘Zo te zien is Bassie weer bezig een ondeugende grap voor te bereiden,’ denkt Adriaan. Dan hoort hij Bassie roepen. ‘Adriaan kom eens naar buiten, dan kan je lachen.’ Adriaan hoort Bassie heel duidelijk, maar hij roept terug. ‘Wat zeg je Bassie?’ ‘Kom eens naar buiten, dan kan je lachen,’ roept Bassie weer. ‘Bassie de deur van de caravan is dicht, ik versta je niet,’ roept Adriaan terug. Dan maakt Bassie een fout. Hij maakt de deur open en wil Adriaan roepen, maar zover komt het niet. Het touw trekt de emmer om en Bassie krijgt de volle lading water over zich heen. Als Adriaan de drijfnatte Bassie voor de deur ziet staan, zegt hij lachend. ‘Je hebt niet gejokt toen je riep, kom naar buiten, dan kan je lachen."
Tekst: A.G. van Toor / Tekeningen: Frans Verschoor
©Adrina Produkties B.V.